. De flora van Nederland. Plants. FAMILI1-: 85. OLEACEAE. â 49 Voorkomen in Europa en in Nederland. De boom komt in «geheel Europa in bossclien voor. Bij ons is hij aani^eplant in parken, langs wegen enz., vooral op zandgrond. De vorm met hangende takken, F. pendula Vahl., wordt ook veel ais sierboom aangeplant. Het hout is vrij taai en vast, het heeft nog al \"r*-- -=^/' waarde. Volksnamen. Behalve de naam esch, die in ver- schillende dialectische variaties gebruikt wordt, heet de boom sleutelboom in Groningen. F. Ornus ') L. Mannaesch {W^. 54). Deze boom wordt niet zoo hoofj als F. exc


. De flora van Nederland. Plants. FAMILI1-: 85. OLEACEAE. â 49 Voorkomen in Europa en in Nederland. De boom komt in «geheel Europa in bossclien voor. Bij ons is hij aani^eplant in parken, langs wegen enz., vooral op zandgrond. De vorm met hangende takken, F. pendula Vahl., wordt ook veel ais sierboom aangeplant. Het hout is vrij taai en vast, het heeft nog al \"r*-- -=^/' waarde. Volksnamen. Behalve de naam esch, die in ver- schillende dialectische variaties gebruikt wordt, heet de boom sleutelboom in Groningen. F. Ornus ') L. Mannaesch {W^. 54). Deze boom wordt niet zoo hoofj als F. excelsior, maar groeit overigens op dezelfde wijze. De knoppen zijn grijs zijdeharig-viltig. De bladen zijn tegenoverstaand, oneven ge- vind en bestaan uit 7-9 langwerpige of langwerpig-lancet- vormige blaadjes, die alle gestecld (het eindelingsche langer) zijn, verder gekarteld-gezaagd, aan den voet stomp, aan den top toegespitst. Fraxinus Ornus De bloemen verschijnen tegelijk met de bladen en staan in Flg. 54. okselstandige en eindelingsche samengestelde pluimen. De kelk is groenachtig, kort bekervormig met 4 lange, spitse slippen (fig. 54). De bloemkroon is witachtig en de blaadjes zijn lang, smal lancetvormig. De meeldraden hebben lange helmdraden. De vrucht (fig. 54) is lijnvormig, eenzadig, met stompe, meest niet uitgeran- den vleugel (soms is deze iets scheef uitgerand). i>. 6-9 M. Mei. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze boom is afkomstig uit Zuid- en Zuidoost- Europa én wordt bij ons soms aangeplant. In Zuid-Europa wordt er de manna uit ge- 3. Syringa-) L. S. vulgarls â ) L. Sering (fig. 55). Deze heester heeft roodachtige takken bij de exemplaren met gekleurde bloemen of groene bij de ex. met witte bloemen. De jonge takjes zijn behaard. De bladen zijn tegenoverstaand, afvallend, gesteeld, rondachtig of eirond, met hartvor- migen voet, gaafrandig, spits, onbehaard, aan weerszijden gelijk gekleurd. De bloemen staan in eindelingsche, dichte pluimen


Size: 1395px × 1791px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants