. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. — GRAMINAE. — 461. Alopecurus pratensis Fig. 387. A. pratensis ') L. \' O s s e il s t a a r t (tijf. 387). Deze plant is meest j^^ras^roen. Zij heeft een kort kruipenden wortelstok en een rechtopgaanden of aan den voet geknikten, gladden stengel. De bladen hebben aanliggende, bij de bovenste iets opgeblazen, gladde scheeden en tot bijna 1 cM breede, meest geleidelijk toegespitste, van boven ruwe schijven, terwijl het tongetje tot meer dan 4 niM lang en stomp is. De aarpluim is kort- tot lang-cylindrisch, meest 3-7 cM langen tot 1 cM dik. Zij is me
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. — GRAMINAE. — 461. Alopecurus pratensis Fig. 387. A. pratensis ') L. \' O s s e il s t a a r t (tijf. 387). Deze plant is meest j^^ras^roen. Zij heeft een kort kruipenden wortelstok en een rechtopgaanden of aan den voet geknikten, gladden stengel. De bladen hebben aanliggende, bij de bovenste iets opgeblazen, gladde scheeden en tot bijna 1 cM breede, meest geleidelijk toegespitste, van boven ruwe schijven, terwijl het tongetje tot meer dan 4 niM lang en stomp is. De aarpluim is kort- tot lang-cylindrisch, meest 3-7 cM langen tot 1 cM dik. Zij is meest stomp en de takken dragen 4-10 aartjes. Deze zijn breed eirond. De kelkkafjes (fig. 387) zijn tot het midden vergroeid, zacht en dicht behaard, niet geleed (de middennerf loopt recht van boven naar onderen), breed lancetvormig, 5 mM lang, spits, rechtop- staand of samenneigend. De randen zijn zwakker gewimperd dan de lang zijdeachtig behaarde kiel, de kafjes zijn witachtig met een groene kiel en 2 groene zijnerven, zij zijn vaak rood- of zwart- achtig aangeloopen. Het onderste kroonkafje (fig. 387) is witachtig met 3 groene nerven, de tot 9 mM lange naald komt meest uit het onderste ^ 4-' ... deel van de rugzijde en steekt vaak niet buiten de kafjes uit. Het bovenste kroonkafje ontbreekt of is klein. 2].. 3-10 dM. Mei—Juli. De variëteit i. obscürus -) Led. heeft meest lange, tot 1 dM lange uitloopers, een dikkere, meest kortere (tot 5 cM lang) aar- pluim, die zwartachtig is aangeloopen. Als monstrositeiten moeten vermeld worden compósitum Wachter et Jansen (zie Anthoxanthum odoratum) en vivipdrum met tot uitspruitsels uitgegroeide aartjes. De soort wordt wel verward met Phleum pratense, doch deze grassoort bloeit eerst, als de vossenstaart reeds in vrucht staat. Biologische bijzonderheid. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij Anthoxanthum odoratum. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant is een der beste voedergrassen in vruchtbare w
Size: 1382px × 1809px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants