. De flora van Nederland. Plants. 158 SCROPHULARIACEAE. FAMILIE 94. keerd eironde slippen. De bloemi<roon is blauwachtig wit met donkerder aderen en is langer dan de kelk. De stijl is even lang als de doosvrucht. Deze is groot (fig. 187), overdwars breeder, gewimperd, samengedrukt ge- vleugeld, aan voet en top uitgerand en steekt van alle kanten uit den kelk. 4. 1,5-4,5 dM. MeiâJuli. Deze plant gelijkt veel op V. Chamaedrys, zoodat men haar op den eersten aanblik voor een teeren vorm van deze zou kunnen aanzien. Bij het drogen wordt zij zwart. Biologische bijzonderheid. De inrichting der bl


. De flora van Nederland. Plants. 158 SCROPHULARIACEAE. FAMILIE 94. keerd eironde slippen. De bloemi<roon is blauwachtig wit met donkerder aderen en is langer dan de kelk. De stijl is even lang als de doosvrucht. Deze is groot (fig. 187), overdwars breeder, gewimperd, samengedrukt ge- vleugeld, aan voet en top uitgerand en steekt van alle kanten uit den kelk. 4. 1,5-4,5 dM. MeiâJuli. Deze plant gelijkt veel op V. Chamaedrys, zoodat men haar op den eersten aanblik voor een teeren vorm van deze zou kunnen aanzien. Bij het drogen wordt zij zwart. Biologische bijzonderheid. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij V. Chamaedrys. Voorkomen in Europa en in Nederland. De soort komt vooral in Midden- Europa in vochtige bergbosschen voor. Bij ons is zij zeer zeldzaam, in loofbosschen, vooral onder beuken gevonden. V. Chamaedrys 1) L Gewone eereprijs (fig. 188). Deze plant heeft een kruipenden wortelstok, die vertakt is en waaruit vele al of niet vertakte, uit een liggenden voet opstijgende, eenigszins slappe, 2-rijig behaarde, ronde stengels komen. De bladen zijn tegenover- staand, rondachtig- tot langwerpig-eirond, aan den voet iets hartvormig, zittend, zeldzamer kort gesteeld, ingesneden gekarteld-gezaagd, teer, rim- pelig, aan weerszijden dicht kort behaard. De bloemen zijn vrij groot en staan in tegen- overstaande, okselstandige, tamelijk veelbloemige, ijle trossen. De bloemstelen zijn langer dan de schutbladen, in den vruchttijd opstijgend. De kelk is behaard met 4 weinig ongelijke, lancetvormige slippen. De bloemkroon is hemelsblauw met donkerder aderen, de onderste slip is vaak wit- achtig, zelden is de bloemkroon rosé, zij is Smaal zoo lang als de kelk en heeft afgeronde slippen. De stijl is iets langer dan de doosvrucht. De laatste (fig. 188) is klein, korter dan de kelk, uitgerand, gewimperd, driehoekig-omgekeerd hartvormig, samengedrukt. 1).. 1,5-4,5 dM. AprilâJuni. Van onze inlandsche soorten, heeft deze met V. Teucrium de grootste


Size: 1369px × 1824px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants