. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 32. — CARYOPHYLLACEAE. — 139 10. Moehrinsii»') 1^ M. trinèrvia-) Clairv. Bosch zaïidkruid (fi^. 158). Uit den wortel komt een bijna steeds sterk vertakte, opstijgende, soms rechtopgaande stengel , die evenals de meeste andere deelen der plant kort behaard is. De bladen zijn eirond , spits, 3-5-nervig, de onderste zijn kleiner, gesteeld, met iets hartvormigen voet, de hoogere zijn grooter en bijna ongesteeld. De bloemen zijn wit en staan in een bebladerd bijscherm. De bloem- steeltjes staan eerst rechtop en zijn even lang als het blad, uit welks oksel z


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 32. — CARYOPHYLLACEAE. — 139 10. Moehrinsii»') 1^ M. trinèrvia-) Clairv. Bosch zaïidkruid (fi^. 158). Uit den wortel komt een bijna steeds sterk vertakte, opstijgende, soms rechtopgaande stengel , die evenals de meeste andere deelen der plant kort behaard is. De bladen zijn eirond , spits, 3-5-nervig, de onderste zijn kleiner, gesteeld, met iets hartvormigen voet, de hoogere zijn grooter en bijna ongesteeld. De bloemen zijn wit en staan in een bebladerd bijscherm. De bloem- steeltjes staan eerst rechtop en zijn even lang als het blad, uit welks oksel zij ontspringen, later worden ze langer, staan horizontaal en buigen zich met den top naar be- neden. Kelkbladen zijn er 5, zij zijn spits, 3-nervig, met droogvliezigen rand, langer dan de kroon- bladen. De kroonbladen, soms ontbrekend, zijn gaafrandig, langwerpig, afgerond. Er zijn 10 meel- draden en 2 of 3 stijlen (in de topbloem soms 4). De doosvrucht is eirond en opent zich met 6 kleppen (fig. 158). De zaden zijn talrijk, niervor- mig, zwart. O of 0O. 1,5-3 dM. Mei, Juni. Deze plant is van Stellaria media en S. uliginosa te onderscheiden door de meernervige bladen en de ongedeelde bloemkroonbladen. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn des voormiddags open. Zij zijn zoo goed als homogaam, doch eerst be- wegen zich de buitenste en daarna de binnenste meeldraden naar buiten en dan kan er kruisbestuiving door insecten geschieden. Er is echter weinig insectenbezoek, dus is de kans op die bestuiving gering. Daarna bewegen zich de meeldraden naar binnen, eerst de buitenste, dan de bin- nenste en, daar zich nu ook de stempels naar buiten bewogen hebben, raken de helmknopjes deze aan en zal dan spontane zelfbestuiving optreden. De snelheid van de bewegingen van die deelen der ^; bloemen is zeer afhankelijk van de plaats, waar de plant staat. Op zeer beschaduwde plaatsen geschieden zij zeer langzaam. Voorkomen in Europa en in Nederland. In Midden- en Zuid-Europa komt de


Size: 1390px × 1798px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants