. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 16; vormigheid van de bladeren voor, evenals bij de eikebladvargn. Zeer algemeen vindt men als epiphyt tegen boomstammen in de laagvlakte het duitenblad, Polypodium niimmiilariaefolhim, met lange draadvormige wortelstokken en kleine, dikvleezige, gaaf- randige ronde of langwerpige bladeren. Een zeer merkwaardige varen ten slotte is Neplirolepis cordifolia, fig. 181, die epiphytisch en grondbewonend over de geheele tropische zone verspreid en ook in Indië zeer algemeen is. De plant vormt zeer talrijke lange uitloopers waar- aan


. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 16; vormigheid van de bladeren voor, evenals bij de eikebladvargn. Zeer algemeen vindt men als epiphyt tegen boomstammen in de laagvlakte het duitenblad, Polypodium niimmiilariaefolhim, met lange draadvormige wortelstokken en kleine, dikvleezige, gaaf- randige ronde of langwerpige bladeren. Een zeer merkwaardige varen ten slotte is Neplirolepis cordifolia, fig. 181, die epiphytisch en grondbewonend over de geheele tropische zone verspreid en ook in Indië zeer algemeen is. De plant vormt zeer talrijke lange uitloopers waar- aan gewoonlijk direct nieuwe planten, maar soms ook knollen ontstaan. Deze knollen, die als reservevoedsel suiker bevatten, breken zeer gemakkelijk van de uitloopers af' en kunnen dan bijv. met stroomend water verspreid worden. Na een rusttijd van eenige maanden kiemen zij en ontwikkelen er zich nieuwe plan- ten uit. Na verwant met de echte varens zijn in de eerste plaats de water varens, waar- toe slechts weinige moeras- en water- planten behooren. Een belangrijk punt van verschil met de echte varens is daarin gelegen, dat er hier aan de plant twee soorten sporen ontstaan, groote macro- sporen en kleine microspore n. Uit de macrosporen ontstaat een vrou- welijk, uit de microsporen een mannelijk prothallium. Uit de bevruchte eicel van het vrouwelijke prothallium ontstaat weer een nieuwe plant. Zeer algemeen is overal in ë op de sawah's de daoen semandi, MarsiUa quadrifolia, fig. 182. Het plantje kruipt met een dunnen vertakten wortelstok in de modder en de lange blad- stelen steken boven de oppervlakte van het water uit. De jonge bladeren zijn opgerold. Aan den voet van den bladsteel komen, twee aan twee, op kleine boontjes gelijkende organen voor die een groot aantal sori met macro- en microsporangiën be- vatten. Minder algemeen dan MarsiUa maar toch ook niet zeldzaam. Fig. 182. Daoen semandi, JTarsüia quadrifolia, bij a een joug, nog opgerold Please note that


Size: 1072px × 2331px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectplants, bookyear1923