. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. — GRAMINAE. — 497 de onderste hebben iiij^vvaarts rnwe, aanli,t,'.i,'ende (»f zwak opgeblazen, niet tot den voet gespleten scliecden en smalle, circa 4 niM breede, incest borstclvorniJK samenfjevouwen, kale, of van boven ruwe schijven. Met tontjctje (fifj- 431) is tot 3 iiiM lang, franjeachtig. De pluim is smal, naar boven trosvormit,', meest niet meer dan 1,5 dM lang, de onderste takken zijn weinig meer dan 1 cM lang, met meest een takje aan den voet met één aartje. De stelen der aartjes zijn vrij dik, ruw, aan den top verdikt. De aartjes zijn rec


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. — GRAMINAE. — 497 de onderste hebben iiij^vvaarts rnwe, aanli,t,'.i,'ende (»f zwak opgeblazen, niet tot den voet gespleten scliecden en smalle, circa 4 niM breede, incest borstclvorniJK samenfjevouwen, kale, of van boven ruwe schijven. Met tontjctje (fifj- 431) is tot 3 iiiM lang, franjeachtig. De pluim is smal, naar boven trosvormit,', meest niet meer dan 1,5 dM lang, de onderste takken zijn weinig meer dan 1 cM lang, met meest een takje aan den voet met één aartje. De stelen der aartjes zijn vrij dik, ruw, aan den top verdikt. De aartjes zijn rechtopstaand, 3-5-bloemig, tot 2 cM lang. De kelkkafjes zijn 1,2-1,8 cM lang, beide 3-nervig, zilverwit, be- neden met groene, bleekpurper gezoomde middenstreep. Alle bloemen zijn 2-sIachtig. Het onderste kroonkafje (fig. 431) is tot 16 niM lang, op den rug ruw, groenachtig, naar boven zwakpurper, breed witvliezig gerand, de tot bijna 2 cM lange naald, gaat bijna juist van het midden uit en is in het onderste, .gedraaide deel sterk samengedrukt. Het vruchtbeginsel is aan den top behaard. ^. 3-8 dM. Einde Mei—begin Juli. Biologische bijzonderheid. De uit schroefvormig liggende, hygroscopische cellen samengestelde en knievormig gebogen naald, ondergaat in droge lucht een sterke draaiing en tegelijk een lichte kromming naar beneden. Daarbij werkt het einde der naald, als het op een onderlaag drukt, als een hefboomsarm en zoo worden in droge lucht de, door de kroon- kafjes omgeven, vrachtjes boven de kelkkafjes geheven en kunnen dus gemakkelijk door den wind medegevoerd worden. Zie verder ook bij Arrhenatherum. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bijna geheel Europa op zon- nige, vooral mergel bevattende heuvels en in droge bosschen voor. Zij is bij ons bij Gulpen gevonden. A. flavéscens i) Avena pratensis Fig. 431. Deze soort is (Trisétum'-) flavéscens P. B.) Goud haver (fig. 432). grasgroen. Zij heeft een kruipenden wortelstok en 1 of eenige stenge


Size: 1393px × 1794px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants