. De flora van Nederland. Plants. 516 â GRAMINAE. FAMILIE 18. aan zijn top. De vrucht (fig. 452) is omgekeerd eirond, aan de zijde van het bovenste kroonkafje zwakker gewelfd dan aan de andere. 2-10 dM. 2].. MeiâAugustus (September). De variëteit ,1 serótina ^) v. Hall bloeit in Augustus en September en heeft meest zeer verlengde stengelbladen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West- en Noord-Europa in droge weiden en aan boschranden en dijken voor. Zij is bij ons vrij algemeen. De var. S. is misschien gevonden. Volksnamen. De namen beefgras, trilgras, bevertjes worden he


. De flora van Nederland. Plants. 516 â GRAMINAE. FAMILIE 18. aan zijn top. De vrucht (fig. 452) is omgekeerd eirond, aan de zijde van het bovenste kroonkafje zwakker gewelfd dan aan de andere. 2-10 dM. 2].. MeiâAugustus (September). De variëteit ,1 serótina ^) v. Hall bloeit in Augustus en September en heeft meest zeer verlengde stengelbladen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West- en Noord-Europa in droge weiden en aan boschranden en dijken voor. Zij is bij ons vrij algemeen. De var. S. is misschien gevonden. Volksnamen. De namen beefgras, trilgras, bevertjes worden het meest gebruikt. In Twente, Salland en de Graafschap Zutphen noemt men de plant hazenbrood, in de laatste streek ook schuddekopjes, in den Achter- hoek van Gelderland spinnekopjes, in Noord-Limburg rozeleerkes, in Zuid- Limburg nimmerstil, in de Duinstreek vrouwentongen, in Walcheren sidder- gras en wemelgrasjes. 35. Catabrósa-) P. B. C. aquatica â â ) P. B. (Glycéria aquatica Presl.). Watervlotgras (fig. 453). Deze plant is grasgroen, zij gelijkt wel wat op een Poasoort. Zij heeft een ver kruipenden wortelstok met uitloopers. De stengels zijn slap, uit een liggenden voet geknikt opstijgend, in de knoopen wortelend, hebben aan den voet korte bladdragende takken en zijn glad. De bladen hebben een gladde scheede en een vrij breede (meest 4-8 mM) schijf, die stomp of plotseling in een spits is samengetrokken. De bladscheeden zijn omstreeks tot het midden ge- sloten. Het tongetje is eirond (tot 4 mM lang), stomp of spits. De pluim is meest groot (tot meer dan 2 dM lang), los, verlengd, met zeer dunne gladde, ver afstaande, soms ten slotte teruggeslagen takken. De onderste hebben meest 4-8 takjes aan den voet. De takken staan 2-rijig. De spil der aartjes is kaal, bros en valt in leden met de vruchtjes af. De aartjes zijn klein (tot 3 mM lang), langwerpig-eirond, meest tweebloemig, zijdelings samengedrukt, meest violet aangeloopen (tegen welke kleur de witte droog- vli


Size: 1433px × 1743px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants