. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. — 545 dunner, vaak heen en weer gebogen, voor den bloei ineengedraaid. De lieimknopjes zijn geelachtig. 6-12 dM. 4- Ji^'''» Augustus, soms tot Herfst. De plant komt in habitus overeen met Bromus ramosus en Triticum cani- nuin. Van de laatste is zij gemakkelijk door de beharing, het duidelijke tongetje en door de meer verwijderde, grootere aartjes te onderscheiden. Ook in niet-bloeienden toestand is de van onderen witte middennerf der bladen een zeer karakteristiek kenmerk. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europ


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. — 545 dunner, vaak heen en weer gebogen, voor den bloei ineengedraaid. De lieimknopjes zijn geelachtig. 6-12 dM. 4- Ji^'''» Augustus, soms tot Herfst. De plant komt in habitus overeen met Bromus ramosus en Triticum cani- nuin. Van de laatste is zij gemakkelijk door de beharing, het duidelijke tongetje en door de meer verwijderde, grootere aartjes te onderscheiden. Ook in niet-bloeienden toestand is de van onderen witte middennerf der bladen een zeer karakteristiek kenmerk. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in beschaduwde bosschen en in kreupelhout voor. Zij is bij ons vrij zeldzaam. B. dlstachyon ') P. B. Afgebroken kortsteel (fig. 485). Deze plant is aan den voet bundelsgevvijs vertakt en heeft zeer stijve, rechtopstaande of aan den voet geknikt opstijgende stengels. De bladen hebben een gladde scheede en meest een ruwe, door lange haren gewimperde, meest vrij korte schijf. Het ton- getje is kort, afgeknot, weinig meer dan 1 mM lang. De aartjes staan 1-3 bijeen, zijn eind- en zijstandig, bijna geheel zittend, tot 3 cM lang , lancet- of lijn-lancet- vormig, meest 6-16-bloemig. De kelkkafjes zijn meest 6-7 mM lang, lancetvormig, scherp toegespitst, sterk generfd. Het onderste kroonkafje (fig. 485) is meest circa 9 niM lang, lancetvormig, naar boven generfd, aan den rand sterk gewimperd. De naalden der onderste bloemen zijn soms slechts 7 mM, meest tot 15 mM lang. 1-3 dM. G. Mei—Juli, vaak nog weer in September. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in het gebied der Middellandsche Zee op bebouwde plaatsen, in akkers, aan wegen en op steenachtige plaatsen voor. Zij is bij ons alleen bij Oudenbosch, aangevoerd, Brachypodium distachycn Fig. 485. 41. Triticum-) Trn. Tarwe. Aartjes zittend, in 2 rijen, op de heen en weer gebogen, met tandachtige uitsteeksels voorziene spil, met de breede zijden naar de spil gekeerd (dus de kelkkafjes rechts en links staan


Size: 1379px × 1813px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants