. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. â 465. Phleum pratense Fig. 392. die duidelijk naar voren ruw zijn. Het tongetje is aan de onderste bladen meest slechts 2 a 3 niM lang, vrij breed en tamelijk stomp, aan de bovenste langer (tot 5 niM), meer spits, vaak van franje voorzien. De aarpluim is meest smal cylindrisch, tot 9 mM dik en tot 14 cM lang, zeldzamer kort, ei- tot bolrond, stomp. De zij- takken zijn ver met de spil verbonden. De kelk- kafjes (fig. 392) zijn langwerpig, 2-3 mM lang, dubbel zoo lang als de kroonkafjes, afgeknot, witachtig vliezig met stevige, groene kiel


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. â 465. Phleum pratense Fig. 392. die duidelijk naar voren ruw zijn. Het tongetje is aan de onderste bladen meest slechts 2 a 3 niM lang, vrij breed en tamelijk stomp, aan de bovenste langer (tot 5 niM), meer spits, vaak van franje voorzien. De aarpluim is meest smal cylindrisch, tot 9 mM dik en tot 14 cM lang, zeldzamer kort, ei- tot bolrond, stomp. De zij- takken zijn ver met de spil verbonden. De kelk- kafjes (fig. 392) zijn langwerpig, 2-3 mM lang, dubbel zoo lang als de kroonkafjes, afgeknot, witachtig vliezig met stevige, groene kiel, die in de groene, stijve naald uitloopt, zelden zwart- achtig, aan de kiel met lange, witte haren ge- wimperd. De kelkkafjes zijn vrij wat langer dan de naald. Het onderste kroonkafje (fig. 392) is witachtig vliezig, aan den afgesneden top getand. De vrucht is bol- tot eirond. 4- 2-10 dM. Juni, Juli, soms tot Herfst. Deze soort onderscheidt zich van Alopecurus pratensis door de stijve wimpers en de korte, stijve naalden. De variëteit 5. nodósum ') L. heeft 3-5 mM lange kelkkafjes met langere naald dan bij de soort. De stengel is aan den voet bijna steeds knolvormig verdikt, niet langer dan 4 dM, wat slap. De aarpluim is meest smal, niet meer dan 6 mM dik. De kelkkafjes zijn vaak zwartachtig. De slappe, lage stengel en de smalle pluim zijn voor deze variëteit betere kenmerken dan de knolvormige stengelverdikking. Een vorm van dezen met slappen, liggenden of opstijgenden stengel, waar- van het laatste lid vaak spitshoekig is opgericht, is Warnstorfii-) Gr. Deze gelijkt veel op Alopecurus geniculatus. De monstrositeit compósitiim (zie Anthoxanthum odoratum) is een enkele maal gevonden. Biologische bijzonderheid. De bloemen zijn volgens sommigen protero- gynisch, volgens anderen homogaam. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in weiden, aan wegranden en in bosschen voor en is een der beste voe- dergrassen bv. voor kunstweiden.


Size: 1413px × 1768px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants