. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. 447 men van geers, op Walcheren en in het Land van Hnist van vot;elgierst, in de laatste streek o<)l< van kanariezaad. en zijn P. capillare ') L. D r a a d v i n g e r g r a s (fiK- 372). Bij deze plant is de stengel bij de knoopen sterk behaard scheeden zeer dicht en vrij stijf. De takken der pluim zijn dun tot draadvormig (fig. 372)- ten slotte rechtopstaand of wijd afstaand. De aartjes zijn veel kleiner dan bij de vorige, weinig meer dan 2 niM lang, lang- vverpig-lancetvormig, toegespitst. Het onderste kelkkafje (fig. 372) is eir


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. 447 men van geers, op Walcheren en in het Land van Hnist van vot;elgierst, in de laatste streek o<)l< van kanariezaad. en zijn P. capillare ') L. D r a a d v i n g e r g r a s (fiK- 372). Bij deze plant is de stengel bij de knoopen sterk behaard scheeden zeer dicht en vrij stijf. De takken der pluim zijn dun tot draadvormig (fig. 372)- ten slotte rechtopstaand of wijd afstaand. De aartjes zijn veel kleiner dan bij de vorige, weinig meer dan 2 niM lang, lang- vverpig-lancetvormig, toegespitst. Het onderste kelkkafje (fig. 372) is eirond-spits, 3-nervig, nauwelijks half zoo lang als het langwerpig-lancetvormige, toegespitste, 5-nervige tweede, het derde is gelijk aan het tweede, iets korter, zonder bovenste kroonkafje in den oksel. Overigens koml zij met de vorige soort overeen. O. 1-5 dM. JuniâAugustus. â Zij is gemakkelijk van de vorige te onderscheiden door de sierlijke pluim met dunne takken en de kleine, lancetvormige aartjes, ook in niet-bloeienden toestand door de stijf behaarde bladscheeden. Voorkomen. De plant is in Noord-Amerika inheemsch en is vaak bij ons aangevoerd met Amerikaansche klaver en op terreinen, waar Amerikaansche goederen worden aangevoerd of bewerkt. Zij is bij ons bij Leiden, Deventer, Middelburg, Dordrecht, Rotterdam, Over- veen, Zeist en Amsterdam Panicum capillare Fig. 372. 2. Setaria-) P. B. Naai daar. Aartjes meest 1-bloemig, meestal met een mannelijke bloem in den oksel van tiet derde kelkkafje, meest klein, ruggelings samengedrukt, platbol. Kelkkafjes hoogstens 3, het onderste dezer veel kleiner dan de beide bovenste. Kroonkafjes bijna gelijk, meest lederachtig, stomp, gewelfd, nauw de vrucht omsluitend, harder dan de meest kruidachtige kelkkafjes, het onderste zwak 5-nervig, het bovenste 2-nervig, de onderste tijdens de vruchtrijpheid niet of dofglajizend. Schubbetjes 2, vleezig, kaal, meest afgeknot. Stijlen gescheiden, lang. Vrucht glad, eirond, ruggelings s


Size: 1339px × 1867px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants