. De flora van Nederland. Plants. 476 GRAMINAE. FAMILIE Calamagrostis neglecta Fig. 406. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden-Europa op vochtige zandige of steenachtige plaatsen, op open plekken in bosschen, zelden in weiden voor. Zij is bij ons aan den kant van het Haarlemmermeer bij Bennebroek, aan de oevers van het Zwarte meer bij Nieuw-Dordrecht, bij den Haag, op een muur te Heemstede en op den Uienpas gevonden. C. neglécta i) P. B. (C. stricta -') Spr.^ S t ij f s t r u i s r i e t (fig. 406). Deze soort heeft een wortelstok, met dunne, kruipende uitloopers, d


. De flora van Nederland. Plants. 476 GRAMINAE. FAMILIE Calamagrostis neglecta Fig. 406. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden-Europa op vochtige zandige of steenachtige plaatsen, op open plekken in bosschen, zelden in weiden voor. Zij is bij ons aan den kant van het Haarlemmermeer bij Bennebroek, aan de oevers van het Zwarte meer bij Nieuw-Dordrecht, bij den Haag, op een muur te Heemstede en op den Uienpas gevonden. C. neglécta i) P. B. (C. stricta -') Spr.^ S t ij f s t r u i s r i e t (fig. 406). Deze soort heeft een wortelstok, met dunne, kruipende uitloopers, die vers:heiden dM lang worden en meest 1 of 2-4 (soms 9) rechtopstaande, gladde, alleen onder de pluim vrij ruwe, vrij dunne stengels en enkele nietbloeiende loten. De bladen zijn van onderen grasgroen, glanzend, vanboven grijsgroen, dof. Zij hebben een nauw aanliggende, gladde scheede en een vaak zeer smalle (meest 3 mM breede), van boven zeer, van onderen iets ruwe, geleidelijk toegespitste schijf, die bij de bovenste bladen vaak bijna ontbreekt. Het ton- getje is tot 4 mM lang, meest franjeachtig. De pluim is alleen tijdens den bloei wat uitgespreid, daar- voor en daarna zeer dicht, de takken zijn zeer ruw. De aartjes zijn vrij breed, licht roodbruin, zelden violet aange- loopen. De kelkkafjes (fig. 406) zijn circa 3 mMlang, breed eirond, spits, het onderste is iets langer dan het bovenste. De haren aan de as van het aartje zijn onder het midden van het onderste kroonkafje geheel of bijna afgebroken, de langste haren staan aan weerszijden van dit kroonkafje en staan daar min of meer samengedrongen. De as der aartjes is boven de inplanting der bloem verlengd tot een boven penseelachtig behaard uitsteeksel. Het onderste kroonkafje (fig. 406) is omstreeks 2,5 mM lang, naar den top toe aan de randen en tusschen de ner- ven doorschijnend, breed, aan den top afgeknot, getand, slechts weinig langer dan de haren. De naald is borstelvormig en ontspringt iets onder het midden van het


Size: 1393px × 1794px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants